maandag 11 juni 2012

It's that time of the year again



Blok, voor hem.

- een frigo vol Tao, Ice Tea, Cola, en 3 pakken Maes.
- spinazie, fishsticks en zijn lievelingseten.
- studentenhaver, droge koekjes en koffie.
- snel naar de winkel omdat de inkt op is en hij nog cursussen moet printen.
- nachten die korter worden en wallen groter.
- weekends die niet bestaan. Avonden ook niet.
- geen zin, geen zin, geen zin. Vooral van hem, ook een beetje van mij.
- een master worden in goede moed inspreken.
- uitroepen dat het al bijna gedaan is terwijl het eigenlijk nog moet beginnen.
- snel die broek wassen want 't is mondeling.
- fluo-markeerstiften kopen voor hem, een fluo-t-shirt voor mij.
- stiekem blij zijn als je mag gaan werken.
- je stiekem schuldig voelen als je iets leuks doet.
- elkaar tegenkomen aan tafel, of op de gang.
- daar dan snel eens vragen 'Hoe laat ben je komen slapen vannacht?'
- liedjes op zijn wall posten en communiceren via FB.
- verdacht veel sigarettenpeuken vinden op het koertje.
- denken 'tiens, was jij niet gestopt?', maar niets durven vragen.
- die baard langer zien worden maar niets durven zeggen.
- een krak worden in geluksbrengers kopen.
- zelf de vuilniszakken dan maar buitenzetten.
- een hele maand dubbel werken omdat met 2 leuker is dan alleen.
- elke dag tellen hoeveel dagen nog tot vakantie.
- die kerel die examens ooit uitgevonden heeft met zijn kop tegen de gevel willen knallen.
- deze post herlezen, je generen omdat jij een klaagpost schrijft terwijl hij diegene is die moet blokken.... En hem dan nog maar een extra drankje brengen.

vrijdag 18 mei 2012

Verjaardag

Het is omdat ik moet dat ik nog eens over je wil schrijven. Omdat mijn hoofd zo vol van je zit, dat ik het niet wil verliezen.

Het was fijn gisteren. Jouw verjaardag, en toch ook niet. Er waren geen taarten, maar wel veel kaarsen. Geen pakjes, maar heel veel bloemen. Een tuinfeest. Eentje dat je mama, met hulp van familie en vrienden, had georganiseerd op een manier waarop jij feestjes het liefst hebt. In de tuin, jullie tuin, met lekker eten, een barbecue, veel drinken, geurkaarsjes, vazen met bloemen, een tent, kachels om ons warm te houden, muziek, en zo veel volk.

Allemaal mensen die jou graag zien, en je nog elke dag missen. Je flitst voortdurend door onze hoofden. Ook nog door het mijne. Als ik een meisje met een zwierig rokje zie fietsen in Gent, als Linde Merckpoel 's morgens op de radio zegt dat de weg tussen Tienen en Aarschot afgesloten is, als ik je mijn nieuwe iPhone wil tonen en je wil uitdagen om ook eens tegen me te wordfeuden, elke keer als ik de trein van Gent naar Antwerpen neem, en ik in de schaduw van de gebouwen zit die jij op je allerlaatste moment hebt gezien.
De dood kreeg een gezicht, jouw gezicht. Maar gisteren was je precies weer een dag bij ons. Je leefde. We hebben over jou gepraat, maar niet op de trieste manier. Het was gezellig, en iedereen was op een vreemde manier blij dat we daar samen waren. Ik had er vrede mee dat er feest was, en dat het feestvarken niet zou komen opdagen. Nooit meer zou komen opdagen. Vreemd was het, maar nu ik het neerschrijf ook heel logisch.

En ik heb gisteren bloemen voor je gekocht. Ze staan op tafel in mijn keuken. En ik ben gaan lopen in de zon. En ik heb uitgebreid ontbeten zoals alleen jij dat kon. En ik wil je zo graag bedanken, want dankzij jou geniet ik hier meer dan ooit van.


vrijdag 17 februari 2012

Een doos & een boekje

‘Dingen’ zeggen me bitter weinig. Mijn kleerkast puilt niet uit, ik heb geen dertig paar schoenen, en shoppen doe ik zelfs niet graag. Kreeg ik 100 euro in mijn handen geduwd, dan ga ik daarmee liever naar Bellewaerde of een goed restaurant, dan het te investeren in 'dingen'.
Stel, je huis brandt af... wat zou jij redden?, vond ik dan ook altijd een domme vraag. Wat ik zou redden? Mezelf natuurlijk. Geen laptop, foto-albums, liefdesbrieven van vroeger, zelfs geen lievelingskleedje of souvenirs uit Japan… Herinneringen, die zitten in mijn hoofd en voorwerpen, die zijn vervangbaar.

Begin 2011 is dat een klein beetje veranderd toen ik van mijn mama een geweldig cool nieuwjaarscadeau kreeg. Een handgeschreven kookboek! Een overzicht van gerechten en recepten die bij ons thuis en in de familie altijd werden klaargemaakt. Choco, ingemaakte augurken, ouderwetse lukken, varkensvlees met picklessaus, karnemelkstovers, recepten die mama met de hand en vergezeld van hier en daar een grappige anekdote in een boekje heeft neergepend. Recepten waar ik een moord voor zou plegen. "Jij bent toch niet terminaal hé??!", was mijn eerste reactie. Dit wordt mijn koesterboekje, meteen mijn tweede. Als ik ooit 1 ding zou meenemen naar een ander leven, dan was het dit wel.

Sinds vanavond heb ik ook een doos. Een doos die vol is en waar niets meer bij komt. Een afgesloten hoofdstuk, of toch zoiets.
Een doos met handgeschreven brieven, foto's en cadeautjes van een heel goede vriendin. Ook met polsbandjes van festivals, to do-lijstjes voor lange vakanties, mijmeringen over knappe jongens en dromen voor de toekomst. Die hele toekomst zit nu in een kartonnen doos. Vreemd is dat, en daarom doe ik die doos nooit weg. En als het toch ooit brandt, reken dan maar dat ik er heelhuids uitkom, die doos onder mijn arm geklemd.

woensdag 18 januari 2012

Somewhere

"Prima examen, meneer Beel."

Oef.

Het leven gaat door, met examens, deadlines, treinvertragingen, moeilijke research, en nieuwe plannen op de agenda. Ook met vervelende mensen die uit hun dak gaan omdat er twee woorden anders in hun interview moeten staan.

Even lijkt het zelfs of er niets is veranderd.
Of toch, ik heb een nieuw lievelingsliedje, eentje van The Strokes. En elke dag brand ik een kaarsje, eentje met vanille.

Bittersweet.


woensdag 11 januari 2012

Woensdag

Het ging goed deze week. Vrij goed zelfs. Beter dan ik had verwacht. Iedereen ging terug aan het werk, en er waren wat downs, maar ook wel ups. Gisteren hadden Liesbet en ik nog de slappe lach, toen we foto's van ons weekendje aan zee bekeken. Vorige week leek het nog of we nooit meer zouden kunnen lachen... Ook een tekstje schrijven en adressen verzamelen voor jouw herdenking ging vlotter dan verwacht. Even leek het nog of het toch niet zo moeilijk was als we vorige week hadden gedacht.

Tot vanmiddag. Ik ben vandaag tussen twee interviews door bij je mama geweest, en toen ik thuiskwam, zat je kaartje in de bus. En dan was het er weer, de harde realitycheck. Geen verjaardagskaartje, geen kaartje met zonnige groetjes, geen zomaarkaartje, geen uitnodiging voor een feestje, maar een rouwkaartje. Ik weet niet goed wat ik ermee moet doen. Zet ik het tussen de andere babyborrel- en trouwuitnodigingen op de schouw? Stop ik het weg in een doos? Ik denk dat het mijn eerste echte rouwkaartje is. En het is er dan nog een van jou.

*

maandag 9 januari 2012

Maandag

Caramia van Novastar. Repeat repeat repeat, en terugdenken aan toen.
Choco-Duo’s van den Aldi. En heel de dag niets anders willen eten.
De sneeuwfoto’s van ons laatste weekendje. En veel te laat doorhebben dat dit veel te lang geleden is.
Blue Valentine willen bekijken, voor jou.
Stiekem naar de McDonalds willen fietsen voor een Big Mac Menu.
Facebook-updates van DOK krijgen en een rilling voelen.
Je zo graag nog één bericht willen sturen.
Me doodergeren aan die zagemensen buiten, en mensen die niet willen geïnterviewd worden bijna toeschreeuwen dat dat toch allemaal niet zo erg is, geïnterviewd worden.
Alles wat niets met jou te maken heeft deze week van de agenda schrappen. Behalve werken.
Om 16u naar je plaats willen komen en niet durven.
'Tine Brutsaert' googelen.
Toon willen bellen en bij Tine uitkomen.
Horen dat het bij iedereen een beetje hetzelfde is vandaag.

zondag 8 januari 2012

Eén antwoord en zoveel vragen

Als ik mijn ogen dichtdoe, dan zie ik je voor me. Hoe je als een gewond dier je plekje zoekt, niet te ver van huis. Een plekje waar je alleen bent, alleen met die vreselijk sombere gedachten in je hoofd. Dicht tegen het water, achter de struiken, beschut voor regen en wind. Je hebt het koud, in je hoofd en in je gedachten. Je legt je jas als een deken over je heen. Zoekt troost. Eindelijk rust in je hoofd.

Je had ons gisteren moeten zien, Tine. Iedereen was er, op je plekje. Zoveel vrienden, zoveel bloemen, zoveel verdriet, zoveel vragen. We proberen ons voor te stellen hoe jij je daar maandag hebt gevoeld. Zo afschuwelijk alleen. Aan wie heb je nog gedacht? Was je bang? Verdrietig? Of eerder opgelucht? Ik hoop het laatste, hoe moeilijk dat ook is.

Die bloemen, die zijn voor jou. Omdat je graag bloemen ziet. Omdat we ze je zo graag willen geven. Omdat we je nu al zo hard missen. Omdat we je zo graag zien. Hopelijk heb je dat geweten.

Morgen gaan we weer werken, en de cocon, waar we ons al een week in verstoppen, verlaten. Terug naar het gewone leven dat helemaal is veranderd. Dampoort is anders. De Aba Jour is anders. De dokken zijn anders. De Blaarmeersen is anders. Gent is anders. Wij zijn anders. Elke dag gaan we over je praten. Bij een glas rode wijn en M&M's zonder nootjes. Over die weekendjes, jouw schaterlach die door ons hoofd spookt, je glazige blik als het wat minder goed ging, je lieve karakter, SATC, de discussies die je zo graag aanging. Gent, Roeselare, De Haan, Oostende, Brussel, overal waar we komen, was jij ook.

Je wilde gewoon dood zijn Tine. Je kon niet meer verder leven, en dat zullen we aanvaarden.
Je was dertien jaar een deel van mijn leven. En het leek zo vanzelfsprekend dat jij er ook de rest van mijn leven zou bij zijn.