vrijdag 18 mei 2012

Verjaardag

Het is omdat ik moet dat ik nog eens over je wil schrijven. Omdat mijn hoofd zo vol van je zit, dat ik het niet wil verliezen.

Het was fijn gisteren. Jouw verjaardag, en toch ook niet. Er waren geen taarten, maar wel veel kaarsen. Geen pakjes, maar heel veel bloemen. Een tuinfeest. Eentje dat je mama, met hulp van familie en vrienden, had georganiseerd op een manier waarop jij feestjes het liefst hebt. In de tuin, jullie tuin, met lekker eten, een barbecue, veel drinken, geurkaarsjes, vazen met bloemen, een tent, kachels om ons warm te houden, muziek, en zo veel volk.

Allemaal mensen die jou graag zien, en je nog elke dag missen. Je flitst voortdurend door onze hoofden. Ook nog door het mijne. Als ik een meisje met een zwierig rokje zie fietsen in Gent, als Linde Merckpoel 's morgens op de radio zegt dat de weg tussen Tienen en Aarschot afgesloten is, als ik je mijn nieuwe iPhone wil tonen en je wil uitdagen om ook eens tegen me te wordfeuden, elke keer als ik de trein van Gent naar Antwerpen neem, en ik in de schaduw van de gebouwen zit die jij op je allerlaatste moment hebt gezien.
De dood kreeg een gezicht, jouw gezicht. Maar gisteren was je precies weer een dag bij ons. Je leefde. We hebben over jou gepraat, maar niet op de trieste manier. Het was gezellig, en iedereen was op een vreemde manier blij dat we daar samen waren. Ik had er vrede mee dat er feest was, en dat het feestvarken niet zou komen opdagen. Nooit meer zou komen opdagen. Vreemd was het, maar nu ik het neerschrijf ook heel logisch.

En ik heb gisteren bloemen voor je gekocht. Ze staan op tafel in mijn keuken. En ik ben gaan lopen in de zon. En ik heb uitgebreid ontbeten zoals alleen jij dat kon. En ik wil je zo graag bedanken, want dankzij jou geniet ik hier meer dan ooit van.