woensdag 22 september 2010

Kafija in Latvija

Al ooit in Letland geweest? Nee? Ik ook niet. Toch niet tot voor twee dagen terug. Letland, Estland, Riga, Litouwen, Vilnius, Tallinn, tot vorige week was het voor mij allemaal één pot nat: Baltisch, dicht bij Rusland en veel te ver en veel te koud.

Eergisteren zat ik plots op een vliegtuig richting Riga. Op een veel te vroeg uur, maar dit geheel terzijde. Ja, in onze job kan het wel eens gebeuren dat je niet op je dagelijkse boemel richting Berchem, maar wel op een vliegtuig van Air Baltic zit. Richting Riga dus.

Wat ik daar deed, daarover later meer. Maar Letland is cool. Zelfs als je er maar 26 uur bent. En waarom?
Wel daarom:

- De Cola smaakt er anders.
- De taal is supergrappig. Iemand kafija? Of liever tēja? Koppijn? Loop toch gewoon even naar de aptieka! Die gekke Letten toch.
- Je betaalt niet met euro, maar met briefjes die lijken op die van Monopoly.
- De vrouwen drinken er whiskey. Ergens logisch, want een gigantisch glas kost maar 3 lats. 3 euro! Priēka!
- Ze zijn verslaafd aan look. Lookbroodjes, lookboter, saus met look. Gouden raad: chicletten.
- Soep, overal is er soep. Dikke soep, dunne soep, of geconcentreerde tomatenpureesoep.
- Nog nooit heb ik in 24 uur zo vaak ‘Taxi!’ geroepen. Cheap as hell, die taxi's daar.
- Het is er koud, maar ze verkopen er overal op straat van die dikke wollen sokken. Zelfs met hartjes op.

Wie ook eens wil gaan, moet zich haasten, want in de winter kan het er –20°C zijn. Dat beweren die kousenverkoopsters toch. Maar volgende week trek ik naar een plaats waar het nu nog 30° is naar het schijnt.
See you there!

maandag 13 september 2010

Mijn camionette en ik

Ik had nooit durven denken dat we ooit zo'n emotionele band zouden hebben. Toch zeker niet als ik terugdenk aan die eerste grote rit samen. Het was koud, winter, en ik moest naar Brussel. Er was daar een leuk feestje aan de gang en ik wilde er persé naartoe. Met mijn nieuwe auto, wat had je gedacht! Helaas pindakaas, ik ben er nooit geraakt. Ergens ter hoogte van Schaarbeek ben ik gestrand. Voor een rood licht op een druk kruispunt. De motor oververhit, ik onderkoeld, veel geroep, gevloek en zelfs enkele tranen.

Maar kom, mijn bolide en ik, we hebben een band. En ondanks die slechte start kunnen we het wel met elkaar vinden, vind ik. Hij heeft zo zijn kuren, maar ik respecteer die. Soms heeft hij er geen zin in, en wil hij met de beste wil van de wereld niet sneller dan 120. Soms durft hij zelfs eens protesteren en begint hij te midden van de tweede rijstrook te schokken als een kat met kotsneigingen. Maar ik laat het allemaal gebeuren. Gas lossen, diep ademhalen en hem even zijn gang laten gaan.

En zo doen we het al een jaar. Mijn camionette en ik, wij geven en nemen. Hij rijdt me rond, ik gun hem zijn grillen.

De laatste weken is er echter iets veranderd. Hij verliest water, schokt nog meer dan anders en heeft er niet veel zin meer in. Die dikke grijze rookwalm bij het starten zegt genoeg. En hij piept. Een zielig gepiep. Een ik-wil-wel-maar-ik-kan-niet-meer-gepiep.

235 000 km heeft hij ondertussen op zijn teller. En er kunnen er nog bij, zegt de garagist hoopvol. Maar ik weet wel beter. Terminaal noem ik hem. Mijn gevarendriehoek zit in de koffer. Het nummer van VTB-VAB in het handschoenenkastje. Ik ben voorbereid. Maar tot het zover is, blijf ik ermee rijden. Tot de laatste kilometer. Niet omdat ik mijn leven beu ben, maar wel omdat hij het verdient! En omdat hij mijn coolste eerste auto ooit was. Is.

donderdag 2 september 2010

Een zware dag op het werk?

Ik had het vanmorgen moeten weten toen ik te laat uit bed stapte, nog snel naar de bakker liep en in plaats van een geurige croissant het bordje 'uitzonderlijk gesloten' onder mijn neus geduwd kreeg.

Ik had het ook al kunnen weten toen ik snel-snel naar een interview wou vertrekken en mijn 'ik heb je zo hard nodig'-gps niet vond op de plaats waar hij normaal ligt.

Ik had het eigenlijk ook al moeten weten toen ik in de autogarage op het werk twee keer moest rondrijden voor ik me uiteindelijk op de -2 in een veel te nauw gat kon manoeuvreren.

En ik had het zeker moeten weten toen mijn badge plots niet wilde werken en ik dus de redactie niet binnen kon. Resultaat. Kloppen op de deur en hopen dat iemand je hoort en je binnenlaat.

Moet ik nog vertellen dat het mijn dagje niet was vandaag? Lezeressen die hun telefoon niet opnemen, deadlinestress, verkeerde afspraken, nog meer deadlinestress, gecancelde interviews en te druk bezette fotografen, way over the top deadlinestress.

En zo komt het dus dat ik na een dag vol gezweet, gezucht en gegodver om 20u05 eindelijk met mijn Kangoo uit de Kennedytunnel kon scheuren. Stress? Nee hoor. Tuurlijk! Wie goed keek kon de stoom nog uit mijn oren zien komen.

En zo komt het dat ik om 20u20 op de E17 ergens tussen Sint-Niklaas en Lokeren waarlijks gepakt werd door een machtige zonsondergang. En blij als een kind was toen ik ook nog eens mijn kodak in het handschoenkastje vond. En Stairway to heaven van Led Zeppelin in mijn cd-speler schoof en opnieuw tot het besef kwam van hoe schoon het leven toch weer is.

Dank u kosmos.

elisesurprise, weer helemaal zen en stressless as can be.