vrijdag 18 juni 2010

Yvette en Marcel



Er zijn zo van die momenten waarop je echt niets te doen hebt. Meestal zit ik dan op de trein. En kom ik van mijn werk. IPod plat, boek vergeten, de Metro al zesendertig keer doorbladerd. Mijn hoofd veel te vol en mijn maag veel te leeg. Eergisteren was zo’n moment. Ik was al 230 koeien gepasseerd en zat met mijn hoofd in Delhaize, ergens tussen de rayon van de groentjes en de vis, te twijfelen tussen een slaatje of pasta met scampi. In het echt zat ik tussen Beveren-Waas en Sint-Niklaas. Gestrand, want halleluja, de NMBS stond weer in panne.

Ik zat gekneld. Tussen een goed gezet bazig vrouwmens schuin tegenover mij, en haar ventje, Marcel, naast mij. Op pensioen maar nog te jong om zich gepensioneerd te voelen. Zo’n koppel. Het vrouwmens had me in de mot. Ik voelde het, maar bleef koppig door het raam staren. Zo’n vrouwmensen, ik houd daar namelijk niet zo van.

- Juffrouwtje, at ie ambetant doet, geef hem naar nen tsjok. Ge meugt van mie.

Juffrouwtje. Lap, i was involved. Ze had het tegen mij. ‘Hem’, dat was de arme Marcel naast mij. Ik kon niet anders dan eens groen teruglachen.

- Awi Marcel, wuk is da nu? Ge moet gie niet tsjokken tegen ik omdak ik dat zegge. Ik meuge dat toch zeggen tegen dat juffrouwtje?

Ik keek opzij en kreeg ineens gigantisch veel medelijden met Marcel. Nog geen tien minuten opgestapt en al openlijk vernederd. Koekegoed en een en al sloef. Dat was Marcel. Dat kon je ruiken van op drie kilometer afstand. Terwijl al zijn maten aan de toog het WK volgen, loopt hij thuis rond met een plumeau. Daar ben ik zeker van. Kuisen, dat kan zij niet meer, met haar gezwollen enkels en artrosepolsen. Arme Marcel.

Nog geen tien minuten later wist ik alles. Dat ze te veel potten koffie gedronken had in Antwerpen en daarom voortdurend pipi moest doen, dat ze nieuwe patroontjes van katten gekocht had om schone lapjes mee te naaien, dat ze een krak was in breien met vier naalden, en dat ze zweette gelijk een os, maar dat zwoel weer nog altijd beter is dan regen, want dan zou ze met haar natte kazakke op de trein moeten kruipen.

Van Marcel wist ik niets. Hij zweeg, knikte, en glimlachte wanneer dat nodig was. Net als ik.

Ergens ter hoogte van Gent-Dampoort begon ze over haar rok. Nog altijd tegen mij. De rok was gifgroen met kringels en aartslelijk.

-Heb ik gisteren gekocht. Voe twintig euro. Das een batje hé, een rok voor twintig euro.
- Uhu
- In een chique winkel. Op de ring rond Bruhhe. Alli, oe noemt die winkel were? Ik zou het duusd keer zeggen. 't Is niet den E5, maar dien anderen. Alli, godverdomme, ik kom er nu niet op.

*stilte*

- Vögele
zei Marcel na twee minuten kurkdroog. Het waren zijn eerste woorden op die lange treinrit.

Eén woord, en ze zweeg. Keek zelfs een beetje verbouwereerd. Marcel had gescoord. En ik was zo ongelofelijk trots op hem dat ik bijna moest huilen.

3 opmerkingen:

  1. Schoon! Keep on blogging! grtz Joke G.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haa hilarisch!
    Ik kan me zo voorstellen hoe je daar zat :)

    Supergoed.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. yay for marcel!

    keep em coming elise!

    BeantwoordenVerwijderen