maandag 6 december 2010

Ho Ho Ho

Normaal ben ik wel een stoere. Rood heeft me altijd beter gestaan dan roze, en in mijn kleerkast hangen meer jeansbroeken en baskets dan kleedjes en hakken. Vroeger had ik het ook niet zo voor Barbie. De Scheerpret-Ken, die was nog cool, maar voor de rest kon de Sint me meer plezier doen met een knikkerbaan, voetbal of skateboard –ok, het was een felroze, duidelijk een voor meisjes-, dan met een schminkpop. Een stoere dus. Dat imago heb ik wel een beetje. Al vertoont mijn ruwe bolster één grote barst. Een serieuze bobbel, die zich elk jaar eind november volledig ontwikkelt en begin december als een etterende puist tot uitbarsting komt.

Ik ben een kerstwatje. Spuitsneew, kerstbomen, inpakpapier, rendieren, maretakken, Irish Coffees, Jingle Bells, give it to me baby! Hoe meer, hoe beter. En zelfs de irritante kerstmannetjes die de laatste jaren bijna elke rijhuisgevel omhoogklimmen, kunnen me niet op andere gedachten brengen. I love X-mas. Ja, X-mas met X.

En zo komt het dat mijn kerstboom al staat. En dat ik mijn eerste kerstmarkt inclusief Irish Coffee(s) al achter de kiezen heb. Zes december, en ik ben er klaar voor. Mijn huis ruikt naar kaneel, mijn Carols zitten in de cd-speler, en mijn boom schittert en straalt nog meer dan het nieuw kostuum van Eddy Wally. Vijf chocolaatjes op, negentien to go, vertelt de adventskalender aan mijn keukenmuur!

Een kerstwatje dus, zo soft als een neerdwarrelend kerstvlokje, maar ook wel een beetje stoer.

dinsdag 23 november 2010

Iets geks

Ik heb iets geks gedaan. Iets zots. Iets wat ik nooit gedacht had ooit te zullen doen.
Zotte dingen doe ik wel vaker, maar altijd vrij kleinschalig. Een blog beginnen bijvoorbeeld, een dagje Parijs heen en terug, of tijdens de lunch geen klassieke smos kaas maar een vette hamburger met gehakt en pickles bestellen. Héél af en toe ga ik verder en verleg ik mijn grenzen pas echt. Zo was ik net afgestudeerd toen ik me inschreef voor een zotte wedstrijd: win de vakantiejob van je leven. Bij Flair begod. Ik deed mee, won, en bleef plakken. Of die keer toen ik op een feestje recht op die zwarte krullebol waar ik al jaren een crush op had, toestapte. Die krullebol woont ondertussen bij mij.

Nu heb ik weer iets gedaan, en ik sterf nu al van de zenuwen. Of het is van excitement.
Ik heb een ticket naar Japan gekocht!
Tine, mijn allerliefste globetrotter-vriendin, here I come. Eindelijk. Na jaren van getwijfel en overpeinzingen weet ik het zeker, ik kom af. Ik, die nog nooit een voet buiten Europa heb gezet, en nog nooit langer dan 5 uur heb gevlogen, loop binnen vier maanden rond in Tokyo, Nagasaki, of whatever.

En aangezien ik geen Oosten-freak ben, en zelfs geen rijst, zeewier of sushi lust, is dit voor mij een geweldige stap.

dinsdag 16 november 2010

Stoemp stampen

Rond een uur of vier begon het al te borrelen. Ik moest naar huis, en rechtstreeks naar mijn kookfornuis om te hakken, te snijden, te bakken en te braden. Geen risotto, sushi of pasta, maar boereneten, Vlaamse kost. Misschien zelfs stoemp! Ik ben West-Vlaming in hart en nieren, en patatten en groenten stampen tot een volwaardige winterse maaltijd leek me de perfecte afsluiter van zo’n dag vol dichte mist waarin zelfs een hond zijn jong niet kan terugvinden.

Stoemp dus.

Ik heb drie keuken-hulplijnen: mijn mama – de beste kokkin van de wereld, vooral wat de Vlaamsche boerenkost betreft-, kookboeken of het internet. En omdat ik een paar weken geleden een héél sympathieke foodblogster geïnterviewd had, besloot ik om eens op haar blog rond te neuzen. Food first then morals, een echte aanrader trouwens. Het is de blog van Sarah, een ex-uniefgenote van mij. 'Met liefde gemaakt, dat smaakt', je kent het wel. Basic, lekker en gezellig. Zo'n mensen heb ik graag.

En zo komt het dus dat ik een uur of drie later als een volleerde Vlaamse huisvrouw waar Stijn Streuvels nog een puntje aan kan zuigen, wortelstoemp stond te stampen. A la Sarah, maar dan toch een beetje anders. Op zijn West-Vlaams, met veel boter, lawaai, en nog meer liefde gemaakt.

En het was lekker, maat.

Mijn oma zaliger, geboren en getogen in Reningelst dorp, epicentrum van de Westhoek, zou trots op me geweest zijn, en mijn lief at met smaak. En ik, ik was content, want als ik patatten kan stampen, dan ben ik gelukkig. En daar doet een mens het toch voor.

woensdag 20 oktober 2010

Brrrr

Weet dat het winter wordt als:

- haar knalrode regenjas begint af te steken.
- ze naar de regen kijkt, en denkt 'Hoe gezellig toch'.
- ze steeds vaker in het verwarmde wachtkotje op het perron in Berchem kruipt.
- ze zin krijgt in stoofschotels en dikke, witte sauzen.
- ze op een onbewaakt moment al eens Jingle Bells durft te neuriën.
- het topje van haar neus vaker koud dan warm heeft.
- ze al eens twee paar kousen boven elkaar durft aan te trekken.
- ze een onweerstaanbare cocoondrang krijgt.
- ze in één week meer dvd's koopt dan in een hele zomer.
- warme chocomelk en soep haar overlevingsdranken worden.

maandag 11 oktober 2010

Zondag wandeldag!

Ik ging gisteren nog eens wandelen. Normaal vind ik wandelen niet leuk. Waarom wandelen als je ook kan lopen, fietsen, springen, vliegen, bergbeklimmen, schaatsen...autorijden? Wandelen, dat is iets voor binnen zestig jaar. Voor als we oud, grijs en versleten zijn en ik met mijn nylonkousen in hippe gympjes nog dapper een blokje rond 'slef'.
Maar gisteren was het zo'n schoon weer en waren we zo mottig van te laat in ons bed te liggen, dat wandelen een heerlijke optie leek. De zaterdag ervoor hadden we een trouwerij, om het met een mooi woord te zeggen. En een zondag na een trouwerij, dat is meestal hangen tussen zetel, kast met Dafalgan, frigo en tv. Maar gisteren niet! Ik had me die zaterdag van de trouwerlij opgeofferd om BOB te zijn, was de zondag na de trouwerij al om 11u al klaarwakker en sleurde het lief mee naar buiten, want ik moest en zou wandelen!

Zalig was het. Als twee toeristen wandelden we door Gent. Gewoon het water volgen, en stoppen als we iets schoons zagen. 'Hé liefje, kijk!'. 'Hé, check ta!'. Zotjes hoe je plots zoveel mooie dingen ziet als je eens niet met je fiets of auto voorbijzoeft.

Het nieuwe stadsmuseum van Gent bijvoorbeeld.
En nee, de mensen op de foto zijn geen vrienden of kennissen. Ik ken ze niet.


Of kijk! Een duiker op een appartementsgebouw!



Of hoe ik op een saaie zondagmiddag na vier uur rondwandelen ongelofelijk zen en euforisch thuiskwam eigenlijk.
Iemand zin om een wandelclub op te richten?

De volgende keer blog ik over iets spannends. Beloofd!

maandag 4 oktober 2010

Rommelmarkt.

Super Nintendo.
Super Content.

Manic Monday!

Het lag op de bodem van onze brievenbus, een beetje verfrommeld onder De Morgen.

We schrijven maandagmorgen, rond een uur of 7.

- (slaperig) Hu, Toon, weet jij iets van 50 euro?
- (slaperig) Nee, wrom?
- Omdat er een briefje van 50 euro in onze brievenbus zit.
- Hu? 50 euro?
- Uhu. 50 euro.

En hierbij verklaar ik het briefje van 50 euro tot hét mysterie van de week. 'Een aanbidder!', riep collega S. 'Of een dement oud vrouwtje!', aldus collega A. Wat het ook zij, vanmorgen zat er in onze brievenbus een opengescheurd envelopje. In de enveloppe een briefje van 50 euro. En bij het briefje van 50 een klein papiertje waarop in een mooi handschrift 'Gelukwensen!' geschreven staat. Geen naam, geen postzegel, geen afzender, niets.

Rest mij maar één vraag: Van wie komt dit? Wij hebben helemaal niets te vieren!

(Ok, ik geef het een week, maar als ik dit weekend nog niets of niemand gehoord heb, dan doe ik er iets leuks mee. Deal?)

woensdag 22 september 2010

Kafija in Latvija

Al ooit in Letland geweest? Nee? Ik ook niet. Toch niet tot voor twee dagen terug. Letland, Estland, Riga, Litouwen, Vilnius, Tallinn, tot vorige week was het voor mij allemaal één pot nat: Baltisch, dicht bij Rusland en veel te ver en veel te koud.

Eergisteren zat ik plots op een vliegtuig richting Riga. Op een veel te vroeg uur, maar dit geheel terzijde. Ja, in onze job kan het wel eens gebeuren dat je niet op je dagelijkse boemel richting Berchem, maar wel op een vliegtuig van Air Baltic zit. Richting Riga dus.

Wat ik daar deed, daarover later meer. Maar Letland is cool. Zelfs als je er maar 26 uur bent. En waarom?
Wel daarom:

- De Cola smaakt er anders.
- De taal is supergrappig. Iemand kafija? Of liever tēja? Koppijn? Loop toch gewoon even naar de aptieka! Die gekke Letten toch.
- Je betaalt niet met euro, maar met briefjes die lijken op die van Monopoly.
- De vrouwen drinken er whiskey. Ergens logisch, want een gigantisch glas kost maar 3 lats. 3 euro! Priēka!
- Ze zijn verslaafd aan look. Lookbroodjes, lookboter, saus met look. Gouden raad: chicletten.
- Soep, overal is er soep. Dikke soep, dunne soep, of geconcentreerde tomatenpureesoep.
- Nog nooit heb ik in 24 uur zo vaak ‘Taxi!’ geroepen. Cheap as hell, die taxi's daar.
- Het is er koud, maar ze verkopen er overal op straat van die dikke wollen sokken. Zelfs met hartjes op.

Wie ook eens wil gaan, moet zich haasten, want in de winter kan het er –20°C zijn. Dat beweren die kousenverkoopsters toch. Maar volgende week trek ik naar een plaats waar het nu nog 30° is naar het schijnt.
See you there!

maandag 13 september 2010

Mijn camionette en ik

Ik had nooit durven denken dat we ooit zo'n emotionele band zouden hebben. Toch zeker niet als ik terugdenk aan die eerste grote rit samen. Het was koud, winter, en ik moest naar Brussel. Er was daar een leuk feestje aan de gang en ik wilde er persé naartoe. Met mijn nieuwe auto, wat had je gedacht! Helaas pindakaas, ik ben er nooit geraakt. Ergens ter hoogte van Schaarbeek ben ik gestrand. Voor een rood licht op een druk kruispunt. De motor oververhit, ik onderkoeld, veel geroep, gevloek en zelfs enkele tranen.

Maar kom, mijn bolide en ik, we hebben een band. En ondanks die slechte start kunnen we het wel met elkaar vinden, vind ik. Hij heeft zo zijn kuren, maar ik respecteer die. Soms heeft hij er geen zin in, en wil hij met de beste wil van de wereld niet sneller dan 120. Soms durft hij zelfs eens protesteren en begint hij te midden van de tweede rijstrook te schokken als een kat met kotsneigingen. Maar ik laat het allemaal gebeuren. Gas lossen, diep ademhalen en hem even zijn gang laten gaan.

En zo doen we het al een jaar. Mijn camionette en ik, wij geven en nemen. Hij rijdt me rond, ik gun hem zijn grillen.

De laatste weken is er echter iets veranderd. Hij verliest water, schokt nog meer dan anders en heeft er niet veel zin meer in. Die dikke grijze rookwalm bij het starten zegt genoeg. En hij piept. Een zielig gepiep. Een ik-wil-wel-maar-ik-kan-niet-meer-gepiep.

235 000 km heeft hij ondertussen op zijn teller. En er kunnen er nog bij, zegt de garagist hoopvol. Maar ik weet wel beter. Terminaal noem ik hem. Mijn gevarendriehoek zit in de koffer. Het nummer van VTB-VAB in het handschoenenkastje. Ik ben voorbereid. Maar tot het zover is, blijf ik ermee rijden. Tot de laatste kilometer. Niet omdat ik mijn leven beu ben, maar wel omdat hij het verdient! En omdat hij mijn coolste eerste auto ooit was. Is.

donderdag 2 september 2010

Een zware dag op het werk?

Ik had het vanmorgen moeten weten toen ik te laat uit bed stapte, nog snel naar de bakker liep en in plaats van een geurige croissant het bordje 'uitzonderlijk gesloten' onder mijn neus geduwd kreeg.

Ik had het ook al kunnen weten toen ik snel-snel naar een interview wou vertrekken en mijn 'ik heb je zo hard nodig'-gps niet vond op de plaats waar hij normaal ligt.

Ik had het eigenlijk ook al moeten weten toen ik in de autogarage op het werk twee keer moest rondrijden voor ik me uiteindelijk op de -2 in een veel te nauw gat kon manoeuvreren.

En ik had het zeker moeten weten toen mijn badge plots niet wilde werken en ik dus de redactie niet binnen kon. Resultaat. Kloppen op de deur en hopen dat iemand je hoort en je binnenlaat.

Moet ik nog vertellen dat het mijn dagje niet was vandaag? Lezeressen die hun telefoon niet opnemen, deadlinestress, verkeerde afspraken, nog meer deadlinestress, gecancelde interviews en te druk bezette fotografen, way over the top deadlinestress.

En zo komt het dus dat ik na een dag vol gezweet, gezucht en gegodver om 20u05 eindelijk met mijn Kangoo uit de Kennedytunnel kon scheuren. Stress? Nee hoor. Tuurlijk! Wie goed keek kon de stoom nog uit mijn oren zien komen.

En zo komt het dat ik om 20u20 op de E17 ergens tussen Sint-Niklaas en Lokeren waarlijks gepakt werd door een machtige zonsondergang. En blij als een kind was toen ik ook nog eens mijn kodak in het handschoenkastje vond. En Stairway to heaven van Led Zeppelin in mijn cd-speler schoof en opnieuw tot het besef kwam van hoe schoon het leven toch weer is.

Dank u kosmos.

elisesurprise, weer helemaal zen en stressless as can be.

dinsdag 3 augustus 2010

Jommeke

'Iedereen wil met strips zijn jeugd terugkopen', lees ik net in een interview met Urbanus in Humo. En gelijk heeft hij. Een strip lezen, dat is terugkeren naar bijna twintig jaar geleden, toen je net kon lezen en in een hoekje van de veel te grote zetel Jommekes zat te verslinden tot je mama 'Eeeeten!' riep. En als De viool van Varazdina of De kokoskoe helemaal uit waren, dan begon je gewoon opnieuw. Luidop deze keer. Met verschillende stemmetjes en geflipte intonaties.

Zo serieus...? Ja. En dat komt omdat ik vorige week op een zonovergoten terras in Normandië zat. Vermoedelijk met de nieuwe Kiekeboe in mijn handen en een gin-tonic (mijn nieuwe verslaving) voor mijn neus. Nu zit ik in mijn pyjama een bord Miracoli binnen te spelen (wegens te laat thuis van het werk en Delhaize al dicht), betalingen te doen, to-do-lijstjes te maken. En o ja, te bloggen.

Heimwee en nostalgie. Het overvalt een mens toch soms.

- Als ik pas geslepen potloden ruik, ben ik zeven en zit ik in het eerste leerjaar. Vermoedelijk op de eerste rij en met rooie kaken van de inspanning. Juffrouw Andrea was een strenge!

- Als ik reclame voor Bellewaerde zie, dan ben ik negen, draag ik een blauw-groene KW, een paarse jogging, en voel ik een vreemde kriebel in mijn buik omdat ik net op de boomstam-splash gedurfd heb. Diezelfde kriebel voelde ik ook 's avonds in de bus naar huis. Maar dat was van te veel cola, lauwe sandwichen met kaas en suikerspin.

- Als ik lange vingers (de koekjes) zie, dan zit ik terug bij oma. Home & Away op de achtergrond en een tas melk in mijn handen. En de bordeaux zetel die toch wat stekte aan de billetjes.

- Als ik stokbrood met Nutella eet, dan ben ik een jaar of dertien. En zit ik in een huisje in Bretagne aan de ontbijttafel met mijn zus en mama en papa. Frans stokbrood met boter en Nutella, een betere start van de dag kon ik toen niet dromen. Als ik de koffiemachine nog maar hoorde pruttelen vanuit mijn stapelbed, schoot ik wakker en begon ik me te verkneukelen. Yes, weer ontbijt!

- Als ik Spice Girls of BSB hoor, ben ik veertien, en heb ik de nieuwe Joepie in mijn handen. De spanning die ik elke woensdag voelde omdat er misschien wel een poster van Brad Pitt, Peter Andrew, of Kevin van de BSB in het midden van mijn Joepie zou zitten... man toch.

- Als ik witte Martini zie, ben ik zeventien en kotsmisselijk. Die laatste in de Warehouse was er te veel aan.

Urbanus van Anus heeft gelijk. En nu ga ik een beetje in de zetel zitten. Een Jommeke lezen. En verlangen naar een lange vinger. Of een beetje tv kijken, dat kan ook. En een gin-tonic inschenken. Hell yeah! Nog beter.


woensdag 21 juli 2010

Feesten gelijk de beesten

Ik zou kunnen bloggen over de lange wachtrijen aan de geldautomaten, over de geldautomaten die veel te snel leeg waren, over de Canadese Regi die naast zijn tapdansende Linda op zijn keyboard alles gaf, over de tienduizenden zweterige lijven overal waar je kan kijken, over de pintjes uit plastieken bekers, over witte tennissokken, over gedeporteerd worden omdat je geen witte sokken draagt, over Jezussen en wiet, over kots, over Paul Severs op de dansvloer, over worsten en hamburgers op het juiste moment, over Eddy Wally en zijn appelflauwte, over een frietje stelen, over Irish Coffee met een rietje om af te sluiten, over de zon zien en denken 'serieus, nu al?', over sneeuw op de Vlasmarkt, over verkrampte ledematen die nog een laatste danske forceren, over herkend worden als die van de Flair in een schraal WC, over meer bier - lauw bier, over plots naar beneden kijken en zien dat de zool van je rechterschoen volledig verdwenen is, over extreem triestig zijn because of dat laatste, over nog altijd duizenden mensen rondom je te zien terwijl de zon al lang op is, over een lallend lief lief, over nog meer bier, over de coolste vrienden, over thuiskomen en nog niet moe zijn, over wakker worden, de ravage overzien en denken 'het was het allemaal waard'.

Maar ik doe het niet. Kom gewoon eens af naar de Gentse Feesten. En geef een belletje, want ik wil nog eens!

maandag 12 juli 2010

Wat ik op een dag van 30° doe

- nog voor mijn wekker afgaat wakker worden, want de zon schijnt. HALLO, DE ZON SCHIJNT!

- samen met het lief op de vélo springen en zomaar even fietsen van Sint-Amandsberg naar Wetteren (klinkt verder dan het is).

- tussen een handvol senioren een colaatje drinken in café De Roskam op de Markt van Wetteren.

- een broodje met vleesbrood (voor hem) en eentje met kaas (voor haar) bestellen bij een louche Filippijnse. Ook in Wetteren. En ze had een ventilator en dat deed geweldig veel deugd.

- terugfietsen van Wetteren naar Sint-Amandsberg (klinkt verder dan het is).

- onderweg zomaar even een reiger, platgereden egel en ander natuurlijk schoon spotten.

- onderweg ook nog bijna van mijn fiets donderen doordat een dikke bij zich onder mijn oksel genesteld had. Op het randje van een bijensteek gestaan maat! In mijn oksel!

- even een kleine flauwte krijgen van de warmte (ondertussen, 36°, in de schaduw). Of was het die bijna-bijensteek? Dan maar heel even verkoeling zoeken in een parkje. En mijn fiets daar gesmeten. En mijn lief toegeroepen dat ik daar misschien wel zou doodgaan, daar in dat park.

- thuis stoppen om het lekkerste ijskoude glas spuitwater ever te drinken. Als het er al geen twee waren.

- naar de Blaarmeersen fietsen om daar een geweldig deugddoende plons te nemen. Tot we daar roeibootjes zien liggen! Dan maar een halfuurtje roeien op de plas en me een fractie van een seconde Allie uit The Notebook voelen. Vervang de witte zwanen gerust door krijsende kinderen in gele pedalo's.

- (Tussendoor ook nog ontdekken dat ik eigenlijk wel een talent heb om een roeiboot te besturen.)

- boot aan de kant leggen, naar huis fietsen en de Kangoo uit zijn stal halen.

- doorrijden naar de mosselstad in Olland – ja, Olland! – om daar de beste mossels ooit te eten. Hij ‘op Philippiense wijze’, ik ‘met witte wijn’. ♥ ‘In Den Vlaemschen Pot’ in Philippine. Hup Holland Hup!

- 120 km rijden naar Roeselare en het lief afzwieren op de Fiesta Tropical.

- zelf naar huis rijden wegens compleet afgemat en daar natuurlijk niet kunnen slapen.

zondag 11 juli 2010

Goalgetter

Mijn lief dacht ‘hé, die is misschien wel iets voor mij’, toen ik hem op een zondagmiddag langs mijn neus weg vroeg of hij zin had om naar Roeselare-Westerlo te gaan kijken. Hij wist ‘die moet ik houden’ toen ik een paar weken later langs dezelfde neus weg even checkte of hij Fifa Soccer op de Playstation had. En hij heeft nog nooit zo verliefd gekeken als toen ik in datzelfde spelletje Fifa met een geniaal één-tweetje verpletterend won.

Ik heb een voetbalfreak in huis. Als hij niet zesendertig keer per dag naar Sporza.be surft, dan heeft hij een dag niet geleefd. Zijn voetbal ligt bij mij in de living. In een hoekje, goed in het zicht. En ik heb het nog niet getest, maar ik weet zeker dat hij de linksbak van Ivoorkust of de trainer van Roda JC sneller kan opnoemen dan de datum van mijn verjaardag. Heef af toe test hij me eens, heb ik al gemerkt. Dan zit ik samen met hem in de zetel naar de voetbal te kijken (ik meestal één oog op het scherm en een ander oog in een boekske) en dan vraagt hij ‘weet je wie dat is?'. Gescoord heb ik, toen ik vorige week de naam Diego Maradona op het gezicht van de Argentijnse coach kon plakken. Vanwaar het plots kwam, God mag het weten, maar ik wist het wel!

Liefde is… interesse tonen in de interesses van je partner, en daarom doe ik dus af en toe eens mee. En geef ik me al een volle maand over aan de WK-gekte. Tijdens de halve finale Spanje-Duitsland stond ik hevig zwetend, luid 'goaaaaal!' roepend, en met een blik Jupiler in de hand voor een groot scherm. En vanavond is het weer zo ver. De allerlaatste match, de finale. En dan staan we daar opnieuw, voor dat grote scherm.

Hij supportert voor Nederland, ik voor Spanje. Omdat ze beter voetballen, én omdat ik ze mooier vind om naar te kijken - maar dat laatste zeg ik er niet bij.

maandag 5 juli 2010

ZOMER!

Back

'Hoe is het nog met je blog?'

We schrijven maandagmorgen, een uur of tien. Het weekend ligt nog zwaar op de maag en zit nog meer in mijn hoofd. Ik zit samen met een zestal collega's in een broeierig vergaderzaaltje productief te wezen.

Mijn blog..? Juist ja, mijn blog. Hallelujah! Ik heb een blog! Halloo! Een blog! Sorry gasten, ik heb jullie zwaar verwaarloosd. Ik heb gefaald. Mijn blog staat op de rand van een faillissement. Vreemd dat de internetdeurwaarder nog niet aan mijn deur stond.
Een blog starten bij de start van de zomer is ook wel geen slimme zet. Ik had hier nog maar net mijn eerste passen gezet, of we spraken van een hittegolf. En als je moet kiezen tussen zweterige handjes op een toetsenbord en een frisse mojito op een terras. Allez. Ja. Geweetwelé.

Maar het wordt beter.

We schrijven maandagavond (na een drietal glazen wijn). Ik heb er zin in. In schrijven, in gedachtenkronkels met jullie delen, in zomer op mijn blog.

En als je me nu wil excuseren. Mijn lief is erdoor. Hij is geslaagd. Ik heb iets te vieren!

dinsdag 22 juni 2010

Nobody's perfect, zeggen ze

Toen ik vanmorgen op het werk de trap opliep, moest ik keihard lachen. Niet dat er iemand iets grappigs had gezegd, of dat ik iemand had zien vallen ofzo. Nee, ik was alleen en moest keihard lachen met mijneigen. Reden? Mijn afwijking. Ik kan onmogelijk op een normale manier een trap opwandelen. Nee, als ik de trap neem, dan moet ik lopen. Precies of er twintig man achter me zit. En alsof dat nog niet genoeg is, trek ik er ook nog eens een raar gezicht bij. Precies of ik een marathon traplopen aan het afleggen ben.

Aaaah, afwijkingen. Ik heb er wel een paar.

- Met stip op één: Marco Borsato. Zet mij op een optreden van Marco, en ik kom zot. Leg Rood op en ik begin hyperextatisch mee te zingen. Ik weet niet wat het is. Ik heb het niet speciaal voor Hollanders of voor mannen die zingen over het rood van jouw lippen. Maar Marco, man, die doet iets met mij. Misschien zijn het zijn krullen wel.

- Gezond doen. Ik wil het wel, maar kan het niet. Neem nu vandaag. Een bevallige collega had witte thee voor me meegebracht. Witte thee?! Was dat dan zoals melk met een theesmaakje? Of thee met een melksmaakje? Nee hoor, blijkbaar is witte thee gewoon gezond. Het zou een facelift in een kopje zijn, boordevol antioxidanten. Gezond doen, dat wil ik wel! Dus, vandaag, na de lunch geen cappuccino met extra suiker maar witte thee. Maar dan begint het. Dan heb ik die thee nog maar half aan mijn lippen gezet, of dan zie ik die koekjes op de kast. En als het spel eindigt, dan heb ik een tas witte thee gedronken, en ook weer drie kletskoppen gegeten. Gezond hé?

- Zingen. Ik zing zonder dat ik het weet. En overal. Heel gênant. Dan zit ik op het werk op het toilet en besef ik als ik mijn blaadje WC-papier aan het afscheuren ben, dat ik weer eens aan het zingen was. Rood van Marco Borsato, stel je voor. Gelukkig zijn die deuren redelijk massief.

- Ketchup. Bij alles, op alles.

- En dan heb je ook nog de rechterpantoffelkwestie, maar dat heb ik hier al eerder uiteengedaan. En ik ben een West-Vlaming. Volgens sommigen ook een serieuze afwijking.

Voor de rest ben ik eigenlijk vrij normaal. Saai he?

vrijdag 18 juni 2010

Yvette en Marcel



Er zijn zo van die momenten waarop je echt niets te doen hebt. Meestal zit ik dan op de trein. En kom ik van mijn werk. IPod plat, boek vergeten, de Metro al zesendertig keer doorbladerd. Mijn hoofd veel te vol en mijn maag veel te leeg. Eergisteren was zo’n moment. Ik was al 230 koeien gepasseerd en zat met mijn hoofd in Delhaize, ergens tussen de rayon van de groentjes en de vis, te twijfelen tussen een slaatje of pasta met scampi. In het echt zat ik tussen Beveren-Waas en Sint-Niklaas. Gestrand, want halleluja, de NMBS stond weer in panne.

Ik zat gekneld. Tussen een goed gezet bazig vrouwmens schuin tegenover mij, en haar ventje, Marcel, naast mij. Op pensioen maar nog te jong om zich gepensioneerd te voelen. Zo’n koppel. Het vrouwmens had me in de mot. Ik voelde het, maar bleef koppig door het raam staren. Zo’n vrouwmensen, ik houd daar namelijk niet zo van.

- Juffrouwtje, at ie ambetant doet, geef hem naar nen tsjok. Ge meugt van mie.

Juffrouwtje. Lap, i was involved. Ze had het tegen mij. ‘Hem’, dat was de arme Marcel naast mij. Ik kon niet anders dan eens groen teruglachen.

- Awi Marcel, wuk is da nu? Ge moet gie niet tsjokken tegen ik omdak ik dat zegge. Ik meuge dat toch zeggen tegen dat juffrouwtje?

Ik keek opzij en kreeg ineens gigantisch veel medelijden met Marcel. Nog geen tien minuten opgestapt en al openlijk vernederd. Koekegoed en een en al sloef. Dat was Marcel. Dat kon je ruiken van op drie kilometer afstand. Terwijl al zijn maten aan de toog het WK volgen, loopt hij thuis rond met een plumeau. Daar ben ik zeker van. Kuisen, dat kan zij niet meer, met haar gezwollen enkels en artrosepolsen. Arme Marcel.

Nog geen tien minuten later wist ik alles. Dat ze te veel potten koffie gedronken had in Antwerpen en daarom voortdurend pipi moest doen, dat ze nieuwe patroontjes van katten gekocht had om schone lapjes mee te naaien, dat ze een krak was in breien met vier naalden, en dat ze zweette gelijk een os, maar dat zwoel weer nog altijd beter is dan regen, want dan zou ze met haar natte kazakke op de trein moeten kruipen.

Van Marcel wist ik niets. Hij zweeg, knikte, en glimlachte wanneer dat nodig was. Net als ik.

Ergens ter hoogte van Gent-Dampoort begon ze over haar rok. Nog altijd tegen mij. De rok was gifgroen met kringels en aartslelijk.

-Heb ik gisteren gekocht. Voe twintig euro. Das een batje hé, een rok voor twintig euro.
- Uhu
- In een chique winkel. Op de ring rond Bruhhe. Alli, oe noemt die winkel were? Ik zou het duusd keer zeggen. 't Is niet den E5, maar dien anderen. Alli, godverdomme, ik kom er nu niet op.

*stilte*

- Vögele
zei Marcel na twee minuten kurkdroog. Het waren zijn eerste woorden op die lange treinrit.

Eén woord, en ze zweeg. Keek zelfs een beetje verbouwereerd. Marcel had gescoord. En ik was zo ongelofelijk trots op hem dat ik bijna moest huilen.

maandag 14 juni 2010

Zand en metal




Twee buddies. Zandbak. Een slordige twintig jaar later. Graspop.
Het leven lijkt toch simpel he, azo?

En hartjes zeg. So 2007!

zondag 13 juni 2010

Rechterpantoffel

Ik ben nieuw. Een groentje. The new kid in town. Misschien moet ik maar beginnen bloggen? riep ik eens, veel te enthousiast, vergezeld van een goed glas wijn. Bajaa. Doen! repliceerde een ander, al even enthousiast, vergezeld van eenzelfde goed glas wijn. Wat moet ik dan doen? ging ik verder. Ik weet niet. Iets posten. Impressietjes. En zo geschiedde. elisesurprise, een blog met impressietjes. In your Face Facebook, ik blog!

Elke gerenommeerde blogger doet van lijstjes. En omdat ik nog wat in mijn afkijkfase zit, ahum, een lijstje:

dingen die ik doe
- werken eigenlijk, op dit moment. Ik schrijf. Voor mijn job. Ik cross van hier naar daar, kom op plaatsen waar ik van mijn leven nooit dacht ooit te zullen komen. De toog van café Breda op Krottegem. Anyone? En schrijf verslagjes. En interviews uit.
- mijn rechterpantoffel zoeken. Ik verlies die dingen voortdurend. Meestal besef ik het ook altijd te laat. Pas wanneer ik al een halfuur op één savatte rondhos en de grote teen aan mijn rechtervoet verdacht koud begint te worden. Which is now :-(
- wachten op de verkiezingsuitslagen. Nee, het interesseert me niet. Maar ja, ik ben wel curieus.
- mezelf al stilletjes oppeppen om straks in mijn loopsloffen te schieten. Lopen doe ik graag, echt. Maar het is dat uit je zetel geraken. Nee, je zou nu beter geen stuk taart eten, want dat zal serieus op je maag liggen als je straks gezwind je kilometers aan het afwerken bent. Hmmm, misschien zou ik ook beter mijn iPod opladen. Of misschien schijnt de zon vanavond wel? Dan zou ik beter wachten tot vanavond om te lopen. Ah, maar dan kan ik nu toch nog een stuk taart eten! Aaargh. Die malle geest van mij. Altijd in werking. Altijd denken, afvinken en overwegen.
- Een stukje taart eten. Want het is zondag!

Aangenaam. Ik ben elisesurprise en heb nu officieel een blog!

zaterdag 12 juni 2010